Inschrijven
als woningzoekende

Menstraat 22

Menstraat 22 - Het Nonnenhuys

De voor- en achterzijde van dit huis zijn identiek; de achterzijde ‘de achterweer’ ligt aan de Rijkmanstraat; de voorzijde is aan de Menstraat.

De naam Menstraat betekent ‘(ge)menestraat’, ’hoofdstraat’. Vanouds woonden hier  ambachtslieden die met de scheepvaart van doen hadden: houtkopers, touwslagers,

kistenmakers en kuipers.

De Menstraat is een prachtige straat vanwege haar vele verschillende monumentale gevels.

De gevels van beide zijden van het Nonnenhuijs bezitten de Gelders-Overijsselse bouwstijl, een stijl die populair was eind 16e eeuw en herkenbaar is door het bol-hol effect.  

Al in 1368 is dit huis beschreven als ‘erve vore ende achter’ toebehorend aan het Cisterciënzerinnenklooster Ter Hunnepe. Dit vrouwenklooster lag buiten de ommuurde stad,  ongeveer nu ter hoogte van afslag A1- Deventer Oost. Het klooster werd al gesticht in 1225 en lag aan het riviertje De Hunneper Aa, later de Schipbeek. Het werd bewoond door dochters van katholieke, adellijke families uit Gelderland en Overijssel. Zonder de kloostergeloften van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid af te leggen vormden deze dames een woongemeenschap; ze hadden een goed en rijk leven, het ontbrak hen aan niets. Ook binnen de Deventer stadsmuren hadden ze een veilig huis, een vluchthuis (refugium) op de Menstraat waarbij ze zich bij onraad konden terugtrekken. Het klooster heeft bestaan tot ca. 1578 toen het door brand werd verwoest en de nonnen voorgoed naar de stad vertrokken naar hun vluchthuis  ‘Der Nonnen Huys’ zoals dat in de volksmond heette.    

Na de Hervorming wilde de calvinistische overheid al het kloosterbezit confisqueren, alles wat katholiek was moest de stad uit, zo ook de nonnen. Zij bedachten zich geen moment en zijn direct overgegaan op het protestantse geloof; zo bleven de dames alsnog  verzekerd van hun rijke inkomsten uit het kloosterbezit.   

Dit huis dat volgens de balkankers uit 1609 dateert was gebouwd voor de nieuwe godsdienst; de protestants geworden dames hebben er niet lang gewoond. In 1698 verkocht de abdis het huis aan een particulier.

Het pand zag er voor de restauratie door het NV Bergkwartier totaal ontredderd uit. Het is  met veel aandacht en oog voor detail prachtig hersteld. 


Terug naar onze collectie