In een uithoek van het Grote Kerkhof ligt een donker, verscholen steegje genaamd De St. Jansstraat.
Het paadje vormt een doodlopende straat van anonimiteit. Een plek voor vreemdelingen die een nacht of misschien een aantal dagen een doel in Deventer hadden. Meerdere logementen hadden hier hun stallen. Dat deze plek, amper 60 meter van de Lebuinuskerk, alles behalve heilig was, verraad een ludiek gevelsteentje.
Het tekstje onder de beeltenis van een wulpse dame luidt: “Een halve kous heet nu St.Jan maar wat er bleef dat af en an…. Wat ik u brom u keert weer om”.
“Halve kous” stond stond in de 17e eeuw voor prostitutie en laat dat nou net de oude benaming voor de nu vroom, klinkende St. Jansstraat zijn. Al vanaf de 16e eeuw stond hier, vlak achter de oude stadspoort, het logement `De Brabantse Wagen'. Dat een stadsbezoeker zich aan meer tegoed deed dan alleen de vers gebakken Deventer koek, laat zich wel raden. Het logement heeft hier eeuwen bestaan en werd een belangrijk eind- en vertrekpunt voor postwagens in de 19e eeuw.
Tekst en foto: @Historischdeventer, Ben Schräder en Ruben Terlouw
